24 januari 2005

GESCHIEDENIS FAMILIE VAN DEN BRINK - Generatie VI


Geurt van den Brink (geboren 1871) en Geertrui Roseboom

Geurt van den Brink (zoon van Derk van den Brink en Teunisje van Beek) werd geboren op 27 januari 1871 op het adres Otterlo 200 in Otterlo/Ede.

Geurt van den Brink is beter bekend als Geurt van Karel Pothoven. Ruim een jaar na de geboorte van Geurt overlijdt zijn vader. Geurt groeit op bij zijn tante Willempje van Beek en haar man Karel Arend Pothoven. Het echtpaar Pothoven is, op 13 april 1872, op latere leeftijd, getrouwd en heeft geen kinderen. Ze wonen aan de Buurtweg te Wageningen.

Geurt trouwt op 15 maart 1895 in Wageningen met Geertrui Roseboom (dochter van Gijsbert Roseboom en Frederika van der Linden), geboren op 20 mei 1869 in Ede. Zij heeft tot dat moment een baan als dienstmeid. Ze gaan op hetzelfde adres wonen als het echtpaar Pothoven-Van Beek.

Geurt is landbouwer van beroep en tijdens zijn leven actief als imker en jarenlang voorzitter van Bennekomse afdeling van de Vereniging tot Bevordering der Bijenteelt in Nederland.

Het echtpaar Van den Brink-Roseboom krijgt 8 kinderen. Het zijn 5 dochters: Teunisje (Teun), Frederika (Driek), Derkje (Dik), Willempje (Wim) en Christina Johanna (Stien) en 3 zoons: Gijsbert (Gijs), Cornelis (Cees) en Marcelis (Ceel).

Als het echtpaar Pothoven-Van Beek overlijdt erft Geurt tweederde deel van hun nalatenschap. Deze nalatenschap wordt geveild. Op 6 maart 1900 komt Geurt hierdoor in het bezit van een deel van hun nalatenschap, zijnde in onroerend goed:
1. De hofstede genaamd “de Wildekamp” gelegen onder Wageningen aan den Buurtweg, bestaande in boerenwoning, Koornberg, Karloods en varkenshokken met erf en tuin, bouwland, weiland, boomen en houtgewassen, kadaster sectie B, nummer 1389 en 1390 te zamen groot een Hectare, tien Are en zestig Centiare.
2. Een perceel weiland en bouwland genaamd ’t Hof van Nijmegen, gelegen aan de Lagesteeg onder Wageningen, kadaster sectie B, nummer 1872, 1873, 1874 tezamen groot twee Hectare vijf Are en tien Centiare, belast met een uitgang of grondrente van acht gulden in het jaar aan de Pastorie van Bennekom, verschijnende den elfden November van ieder jaar.De opbrengst van beide delen samen is Hfl. 5.040,00.

Geurt overlijdt op 2 juni 1938. Na zijn dood wordt namens de bijenvereniging een gedenksteen op zijn graf geplaatst. Geertrui overlijdt op 31 mei 1941 te Wageningen. Het echtpaar is in Bennekom begraven.


In verband met het overlijden van Geurt van den Brink schrijft A. Minderhoud in het blad Bijenhouden van de Nederlandse Bijenvereniging van juli 1938 het volgende in memoriam:
"Op de 2de Juni overleed in het Ziekenhuis te Bennekom de Heer G. v.d. Brink, na een korte maar zware ziekte.
Met dezen man is een imker van de oude garde heengegaan, die bij allen, die met hem in aanraking kwamen, zeer sympathieke herinneringen zal achterlaten.
In onze kring is hij vooral bekend geworden als imker, als secretaris en voorzitter van de afdeling Bennekom, als lid van het Hoofdbestuur, van het Dagelijks Bestuur en van de Commissie van Bijstand voor Afd. Handel.
Van den Brink was een eenvoudig, tevreden, vriendelijk en behulpzaam mens; steeds stond hij klaar om zijn bijenstal aan belangstellenden, cursussen of excursies te laten zien. Hierdoor heeft hij grote invloed uitgeoefend op de bijenhouderij in deze streek.
Van huis uit korfimker, was hij ook zeer goed bekend met de techniek van de losse bouw. Zijn stal genoot een zekere reputatie, want in de jaren dat de heide zeer weinig gaf, en men algemeen met lege korven en kasten terugkwam, had Geurt honing. En voor zijn oogst had hij, voetje voor voetje, een behoorlijk afzetgebied veroverd; hij klaagde weinig over lage prijzen, doch wist zijn klanten te behouden.
Hij behoorde dan ook tot de weinigen in deze streek, die in de bijenhouderij een lonend nevenbedrijf vond.
Ik had het voorrecht veel op zijn bijenstal te komen en steeds was hij dan de eerste die een korf in handen had. En zijn stal moest al heel lang zijn voor hij me uitnodigen zou, ook eens de handen uit de mouwen te steken. Maar zodra we bij de kasten aangeland waren, klonk het: "En noe meneer maar eens". Deze handelwijze typeerde volkomen de houding van den geboren korfimker tegenover de losse bouw.
Geurt praatte graag en veel over zijn bijen, maar ook het verenigingsleven had zijn volle belangstelling. Dikwijls heb ik verwonderd gestaan over zijn goed geheugen en de scherpe kijk, die hij op moeilijke en eigenlijk buiten zijn vak liggende kwesties, had.
De laatste keer dat ik hem sprak, even voor hij voor het ondergaan van een operatie naar het ziekenhuis werd gebracht, vroeg hij me om, als het eens verkeerd mocht gaan, al zijn imkervrienden te groeten en te bedanken voor de medewerking, die zij hem hebben verleend; aan welk verzoek ik ook langs deze weg graag gevolg geef.
Aan zijn graf heb ik, namens zijn vele vrienden, een kort woord besloten met een "Rust zacht"; ik weet, dat ook zij die mij daartoe geen opdracht gaven ten volle zullen instemmen."


De kinderen Gijs, Cees, Stien en Dik trouwen niet en wonen hun hele leven samen; eerst aan de Wildekamp 13 in Wageningen, later aan de Groenestraat in Bennekom. Cees is mede-oprichter en bestuurslid van de Vereniging Oud-Bennekom en volgt zijn vader op als voorzitter van de voornoemde bijenvereniging. Ook in de korfvlechterij is Cees zeer actief. In 1973 ontvangt Cees de gouden verenigingsspeld. De jongste zoon Ceel is vanaf 1947 directeur van Zuivelfabriek De Hoop in Ede.

In de gemeentearchieven worden de volgende woonadressen van Geurt van den Brink gevonden:
- Otterlo 200 (adres waar Geurt geboren is)
- Wageningen (vanaf 4 september 1872)
- Otterlo 18 (vanaf 2 december 1872)
- Wageningen, Bovenbuurt, kadastraal C481
- Wageningen, kadastraal C581 (vanaf 27 maart 1895)
- Wageningen, Buurtweg, kadastraaal C415 (op 10 december 1896)