21 januari 2007

Geschiedenis familie Van Deelen - Generatie IX

Aalbert van Deelen (geboren 1874) en Dirkje van de Pol

Aalbert van Deelen wordt op 23 november 1874 geboren in Renswoude als zoon en vijfde kind van Aalbert van Deelen en Wijntje Bos. Hij is landbouwer van beroep. Aalbert wordt op 7 maart 1894 ingelijfd bij het 1e Regiment Vesting Artillerie van de Nationale Militie te Utrecht. Op 10 februari 1898 geeft de Nationale Militie aan Aalbert toestemming voor het aangaan van een huwelijk. Aalbert is op dat moment nog dienende. Zijn signalement luidt: lengte 1 el en 600 strepen (1.60m.), aangezicht ovaal, voorhoofd laag, ogen grijs, neus gewoon, mond gewoon, kin rond, haar blond, wenkbrauwen blond, merkbare tekenen geen. Als 23-jarige trouwt hij op 5 maart 1898 met de 17-jarige eveneens uit Renswoude afkomstige en een aantal maanden zwangere Dirkje van de Pol, dochter van Sander van de Pol en Jannigje Veldhuisen. Getuigen bij het huwelijk zijn Johannes van Deelen, 28 jaar, landbouwer en broer van de bruidegom; Gerrit van de Pol, 57 jaar en oom van de bruid, Cornelis Eijkelkamp, 40 jaar, wagenmaker en neef van de bruid en Antonie Ulrich, 59 jaar en veldwachter. Ook de ouders van beiden ondertekenen de huwelijksakte. Aalbert en Dirkje krijgen samen 12 kinderen. Zij gaan na hun huwelijk inwonen bij de ouders van Dirkje op boerderij Daatselaar in Renswoude. Hier worden hun eerste twee kinderen Bart en Jans geboren; volgens de geboorteakten in huis nummer 193. Dit is het huis van de ouders van Dirkje. Zij wonen vanaf 3 maart 1900 aan het adres Doesburg 65, nu Schampsteeg 5 in Ederveen. In Ederveen worden hun kinderen Wijnand, San, Co en Det geboren.
Op 6 april 1909 zijn zij verhuisd naar Essen bij Barneveld en woonden op huisno. 246. Daar wordt hun zoon Arris geboren. Vanaf 24 februari 1910 gaan zij in Amerongen wonen aan de Dwarsweg. In Amerongen krijgen zij hun kinderen Bertha, Gerrit Cornelis, Gaert, Johannes en Ger. Gerrit Cornelis en Johannes overlijden daar op heel jonge leeftijd. Kinderen gaan in die tijd tot ongeveer hun 12e jaar naar school. De meeste kinderen van het gezin bezoeken in de twintiger jaren de lagere school in Overberg. Als leren niet je ding is: geen nood. Het hoofd van de school heeft een aardige tuin te onderhouden. Daar kun je je als leerling ook heel nuttig maken. Dat is de eigentijdse interpretatie van remedial teaching. Volgens de militieregisters wordt zoon Bart, 1.55 m lang, op 23 maart 1917 afgekeurd voor militaire dienst met als reden een voetgebrek. Jans, de oudste dochter van de familie, trouwt in 1930 met de laatste tolgaarder van Renswoude: Jan Pater. Zij bewonen het tolhuis aan de Barneveldsestraat 38. Hierna betrekt de familie Van Deelen de boerderij Emminkhuizen en pachten deze van baron Taets van Amerongen. Als in de jaren dertig (1930-1940) de opbrengsten sterk daalden, terwijl de pacht telkens stijgt, wordt een faillissement uitgesproken. Het verhaal gaat in die tijd dat je moet oppassen dat je niet met meer biggen thuis komt van de markt, dan je 's morgens meeneemt om op de markt te verkopen: om maar geen kosten meer te hebben aan het voer voor de biggen, is het voordeliger de biggen stiekem aan een ander mee terug te geven. Zoons gaan in die tijd voordat ze trouwen uit werken en dochters gaan dienen in een huishouden of worden verhuurd als meid op een boerderij.
En als er dan getrouwd mocht worden of moest worden, kijkt men rond of er ergens een "spulletje" beschikbaar is. Om aan de nodige inventaris te komen bezoekt men boelhuizen. Men helpt elkaar bovendien waar het maar mogelijk is. Van 1932 tot 1933 trekt de familie in bij dochter San in Driebergen-Rijssenburg op de boerderij aan de Engweg. Vervolgens verhuizen Aalbert en Dirkje met hun nog ongetrouwde kinderen Det, Arris, Bertha, Gaert en Ger naar Randwijk, waar een boerderij Het Klaphek kan worden gehuurd aan de Bredeweg 69. Zoals gewoonlijk en noodzakelijk werken de kinderen mee op de boerderij. Zo zijn dochters Bertha en Ger nog jaren behulpzaam bij het melken. Gehuld in lange rokken, met de knipmuts op en witgekalkte klompen aan, gaan zij melken achter de dijk op de weerden. De melkbussen en emmers worden vervoerd per fietskar. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog kan er in de meidagen van 1940 geen melk worden geleverd aan melkfabriek Concordia in Wageningen. Om de melk toch kwijt te raken wordt op de boerderij boter gekarnd die aan de Randwijkse bevolking te koop wordt aangeboden. Er wordt in het najaar van 1944 in de omgeving van Randwijk zwaar gevochten. Zoon Wijnand komt in 1944 tijdens een bombardement in Arnhem om het leven. Net als vele andere Betuwse inwoners, evacueert de familie Van Deelen in die tijd naar Eindhoven en naar België. Het geëvacueerde buurmeisje van de familie Van Deelen: Dora Sanders, schrijft op dinsdag 13 februari 1945 een brief aan de familie. Hierin vertelt zij over hun leven op het evacuatieadres en komt het verlangen naar een snelle terugkeer naar Randwijk naar voren. Als het dan tijd is om terug te keren naar Randwijk blijkt de boerderij en de inboedel, net als de meeste andere huizen in Randwijk, flink vernield. De schuur is geraakt door een voltreffer.
In 1951 koopt de familie boerderij Het Klaphek.

Aalbert overlijdt op 78-jarige leeftijd op 8 juni 1953 in Randwijk.
Dirkje overlijdt, eveneens in Randwijk, op 18 juli 1967 op de leeftijd van 86 jaar.